Club Funday: Scout Niblett, Herman Düne, Julie Doiron · Tijdelijke Patronaat · 2 november 2003 · For kratis

Ik had me mentaal voorbereid op de Club Funday-avond in het Patronaat: aan de hand van een berichtje van Jan verwachtte ik een stemmig ingerichte ruimte met tafeltjes en tapas-etende mensen, die geïnteresseerd waren in alles behalve de op een inderhaast in mekaar geflanst podium staande artiest - die kreeg je immers gratis bij de maaltijd. Het bleek nog mee te vallen. Kleddernat stommelden we het optreden van Scout Niblett binnen, en er was zowaar een gefascineerd kijkende en bovenal stille groep mensen, staand, zittend voor het podium of aan tafeltjes. Het voltallige Herman Düne lag in een dikke rook voor het podium voor pampus.

Scout Niblett heeft zich in de keren dat ik haar live zag ontwikkeld van breekbaar en verlegen meisje tot een zangeres die met veel plezier en een voortdurende hartverwarmende glimlach haar mooie liedjes over het publiek uitstrooit. Wat heet - achter haar drumstel ontpopte ze zich tot een ware publieksmanipulator: "Gimme a T! Gimme an R! Gimme a U! Gimme a C! Gimme a K! This is for the TRUCKERS!!". Vervolgens ging ze zo tekeer op de drums dat de bekkens er letterlijk vanaf vlogen. Scout Niblett is duidelijk niet bang meer voor haar toeschouwers. En haar liedjes en geweldige stem blijven nog altijd ontroerend mooi.

Herman Düne, bestaande uit de broers David-Ivar Herman Düne, Andre Herman Düne en Neman Herman Düne, is een band wier uiterlijk en geluid volledig met elkaar conflicteren. De muziek is rustig, donker, ingetogen, slechts af en toe uitbundig - maar bij het zien van de drie broers op het podium zou je verwachten dat er elk moment een hoop hillbilly-gejengel op je afgevuurd gaat worden. Afwisselend brachten David-Ivar en Andre hun bijdragen (nummers op albums worden om en om door één van beide broers geschreven), waarbij die van Andre wat grimmiger en donkerder waren en die van David-Ivar hoopvoller en uitgelatener klonken - een verschil wat ook op de albums duidelijk merkbaar is. Nieuw werk van hun jongste plaat 'Mas Cambios', oud werk, en veel mij onbekend werk (ik heb dan ook maar twee platen van ze terwijl ze inmiddels meer dan 400 nummers op hun naam hebben staan). En ondertussen de ene na de andere sigaret wegpaffend. Prachtig om te zien was de vriendschap tussen de verschillende bands die voor een aantal unieke momenten zorgde. Zo bracht Herman Düne na de bloedmooie opener ‘Going to Everglades’ een ode aan Scout Niblett door haar nummer 'Sweet Heart Fever' te spelen - Scout Niblett zelf stond met de handen voor de mond van verbazing toe te kijken. Even later werd ze op het podium gevraagd voor wat David-Imar zijn "first ukelele-duet ever!" noemde. Onversterkte zang van alledrie de broers, een fluisterstille zaal, David-Imar en Scout Niblett op ukelele en Neman die in de weer was met allerlei percussie-instrumenten. Formidabel om te zien. Weer even later kwam Julie Doiron, de laatste artiest van de avond, meespelen en -zingen met de band. In alle opzichten een fantastisch optreden.

Julie Doiron had misschien de pech de laatste artiest van de avond te zijn, of misschien de pech dat haar verschijning op het podium na haar bijdrage aan Herman Düne geen verrassing meer was, maar de interesse van het publiek lag nu toch duidelijk bij andere zaken. Leuteren over dagelijkse bezigheden en moppen tappen bijvoorbeeld: de plaatsvervangende schaamte trok als een koude rilling over mijn rug toen een oorverdovend HA-HA-HA! de op dat moment a-capella zingende Doiron overstemde. De zangeres was duidelijk geïrriteerd, wierp een aantal kwade blikken naar de bar, en maakte de opmerking dat het voor het eerst sinds lange tijd voelde alsof ze op het verjaardagsfeest van haar broertje stond te spelen. Erg jammer, want bij deze eerste ontmoeting met Doiron en haar muziek bleek ze over bijzonder mooie nummers en een prachtige stem te beschikken. Aan het eind van het optreden werd Herman Düne terug op het podium gevraagd om haar nummers te ondersteunen en qua volume nu eindelijk eens boven de stamgasten uit te komen. En dat klonk bijzonder goed. Bijna onhoudbaar spannend was het slotnummer waarbij Herman Düne de zang van Doiron ondersteunde met gekras en geschraap over hun instrumenten om bij de refreinen in volle hevigheid los te barsten. Maar toch werd Doiron?s optreden helaas wat al teveel overschaduwd door het botte publiek. Aan de nogal verplicht aanvoelende encore werd dan ook met verbazing tegemoetgekomen, en in Doiron's 'And er.. yeah.. I love you..' klonk dan ook meer een 'And er.. yeah.. I really really hate you'. Gelukkig liet ze zich niet kennen, voerde ze haar liedjes prachtig uit, en liet blijken dat ze waardering had voor de mensen die wél met aandacht haar optreden volgden.

Lees meer Club Funday Fun bij Stop The Noise en een tamelijk teleurgestelde Vido Liber.