Tombola 3 + 4: 90 Day Men, Broken Family Band, British Sea Power, Woodstar, The Shins · Paradiso · 3 april 2004 · €11

Tombola was dit keer wat kleiner van opzet dan de laatste keer dat ik er was. Sprintte je toen de benen onder je lijf vandaan om midden in optredens even te kijken of er in een andere zaal al iets was begonnen, nu sloten de bands naadloos op elkaar aan en kon je op je gemak heen en weer wandelen tussen de grote en de kleine zaal.

Nóg gezelliger zou het zijn als de bandjes wat interessanter waren geweest, maar headliners British Sea Power en The Shins uitgezonderd bleef er niet veel van hangen. De nummers van 90 Day Men uit Chicago wisselden onderling sterk van kwaliteit en waren dan weer redelijk spannend, dan weer volkomen irritant (vooral de zangbijdrage van keyboardist Andy was.. eh.. ontluisterend). Broken Family Band was op zijn best wanneer de nummers lekker voortraasden, maar het grootste deel van hun set bestond uit nogal lullige liefdesliedjes met heel veel "Honey come back, baby come back" en vriendinnetjes die worden ingepikt door gave lui met motorfietsen. De Ierse band Woodstar heb ik redelijk kort en van grote afstand gezien tot het moment dat de zanger een nummer for all the broken hearted aankondigde, en ik het pardoes tijd vond om eens te kijken of The Shins hun spulletjes al klaar hadden staan.

Eerder op de avond: geen liedjes voor de 'broken hearted', maar combat camouflage bij British Sea Power! Zanger Yan stond alle aandacht af aan de mafketels rechts op het podium: een gehelmde keyboardist, een van struikgewas voorziene basgitarist en een meegebrachte uil. Ze leken eerst even te moeten warmdraaien, maar met het geluid van overvliegende spitfires nam het gitaargeweld toe, om voorlopig niet meer op te houden. Op het gebeuk van prijsnummer Lately macheerde de keyboardspeler met militaire trom het podium af en de zaal in, om even later op de schouders van een roadie, met de gitaar van de zanger om zijn nek, terug te keren. De vele British Sea Power-fans in de zaal gingen volkomen door het lint.

The Shins trokken een idioot publiek. Rechts voor het podium, pal voor de neus van zanger James Mercer, stond een groepje mensen dat bierglazen het publiek in lanceerde en op de vuist ging met een security-medewerker. Naast me stond een jongen die, midden tussen de dansende menigte, met de armen stijf langs het lichaam voor zich uitstarend de liedjes stond mee te zingen. Aan de andere kant had een jongen een wijde cirkel nodig om met zijn vriendinnetje te kunnen dansen. Maar alles zij geoorloofd voor het geweldige optreden. Oud, nieuw, onbekend, alles kwam langs: het bruut doordenderende So says I, mijn persoonlijke favorieten Know your onion! en Caring is creepy, publieksfavorieten Saint Simon en Kissing the lipless. Fantastisch optreden, met één uitglijder: One by one all day is érg mooi op het album, maar géén goed live-nummer. Dat terzijde hoop ik ze zeker op Motel Mozaique over een paar weken nog een keer te zien.

Dan nog wat geleerd over Amsterdam: je kan gerust je fiets de hele avond zonder slot tegen de muur van de Paradiso parkeren.

[Update: hey hey, Vido was er ook!]