Kid Dakota, Low · Paradiso · 22 februari 2005 · €13,50

Excuses voor mijn vorige post: Kid Dakota is niét 'de andere band van Zak Sally'. Sterker nog: tot over de helft van het optreden was er helemaal geen Zak Sally te bekennen. Die kwam pas opdagen toen het van 'best heel aardig' begon in te zakken naar 'wanneer gaat het weer rocken?', om samen met Mr. Alan Sparhawk himself het optreden uit het slop te trekken. Kid Dakota is geen band waar ik als de sodemieter achteraan moet, maar hun muziek klonk zeker interessant. De drummer was goed, imponerend zelfs, maar trok met al zijn jongleer-achtige fratsen toch wel wat teveel aandacht naar zich toe. Niet voor niets stond het drumstel pontificaal midden op het podium.

Maar goed, mijn derde keer Low dus, alledrie de keren op exact hetzelfde podium. Je zou er bijna een abonnement op nemen! Ook het eerste optreden sinds lange tijd waarvoor ik vantevoren een kaartje had gekoopt. Dan maar met tegenzin die verdomde servicekosten betalen, en een onhandig en spuuglelijk concertkaartje voor lief nemen. Dit optreden missen was geen optie.

The Great Destroyer bracht veel moois, het hardere geluid van Low beviel me ook wel, maar het was wel een plaat waar tussen al dat moois een aantal behoorlijk rotte appels zaten. Hetzelfde kan ik eigenlijk zeggen over het optreden, al was het natuurlijk niet alleen maar Great Destroyer wat de klok sloeg. Bij California was ik werkelijk aan de grond genageld. Pissing klonk heerlijk nijdig. En het brute Everybody's song, waarbij Alan een partijtje in zijn gitaar ging zingen met alle distortion van dien, mag voor mij toch wel het hoogtepunt van de avond heten. Maar ik stond toch ook wel behoorlijk te tsk-tsk'en bij het doodsaaie Death of a salesman en When I go deaf. Daar kan bij dat laatste nummer een plotselinge gitaaruitbarsting niks aan veranderen.

Bij de oudere nummers was het de band weer op haar vertrouwdst. De 'Low-formule' mag het bijna heten: Alan slap ouwehoerende, een zaal met de waffels dicht, en als de mogelijkheid zich aandient schreeuwen om verzoeknummers die allemaal serieus door Alan worden overwogen. I remember spelen voor een bomvolle zaal mét bar, je moet het maar durven. Een trager, rustiger nummer heb ik volgens mij in die zaal nog nooit gehoord, maar toch hoorde je nog geen kuchje uit het publiek. De avond werd wel heel erg mooi toen één van mijn allerfavorietste Low-nummers, Sunflower, werd gespeeld. En als om het helemaal onvergetelijk te willen maken werd een verzoekje van eerder bewaard tot het laatst. Met Two-step werden we de nacht in gestuurd.

Weet je wat ironisch is? Als je jezelf tot andersmans ongenoegen naar de garderobe elleboogt, vervolgens je de benen onder het lijf vandaan fietst om de trein te halen, wat op het nippertje lukt, om een half uur later te stranden in Leiden, in de vrieskou te wachten op de streekbus, je jezelf naar binnen propt met veel te veel anderen en te horen krijgt dat de bus er ongeveer een uur over doet terwijl het al kwart over twaalf 's nachts is. Zit je daar, hoor je plotseling Mimi in je hoofdtelefoon: Where is the laughter?