Motel Mozaique dag 2: Six Organs Of Admittance (x2), Joanna Newsom, British Sea Power, Jens Lekman, Doves, Infadels - Nighttown, Stadsschouwburg - zaterdag 16 april 2005 - €25

Motel Mozaique dag 2 begon met twee tegenvallers: Moving Units was tot mijn spijt op de site al afgekondigd, maar bij aankomst bleek dat ook Khonnor, een 17-jarige thuisknutselaar die ik zeer graag had willen zien, niet zou optreden. Maar hoewel het wegblijven dat deze twee acts natuurlijk erg jammer was, kreeg mijn dichtgespijkerde programma wel wat meer 'ademruimte', als dat al een troost was.

Tent op de Witte de Withstraat had veel van de optredende acts al voordat het reguliere programma van start ging, op hun podium staan. Six Organs Of Admittance, het soloproject van Ben Chasny van Comets On Fire, was de eerste die ik zag. Slechts een handjevol mensen zat her en der op de vloer, en de drie camera's die Chasny in hun vizier hielden (waarvan één pontificaal op het podium naast de zanger) deden een beetje overdreven aan. Het 20 minuten durende optreden was goed, Chasny heeft een erg mooie zangstem en zijn razendvlugge gitaargetokkel is bijna bezwerend. Het werd wel een beetje verstoord door de muziek die bij de tentoonstelling ernaast klonk. Daarna meteen door naar de Schouwburg voor Chasny's tour-genoot Joanna Newsom, die zichzelf begeleidde op harp. Naast het mooie geluid uit dit instrument zal toch vooral Joanna's kirrende stem de mensen zijn opgevallen. Sommigen ergeren zich aan haar stem, ik vond het juist prachtig bij haar harpspel passen. En vooral wanneer er ook nog eens een dwarsfluit wordt bijgehaald ga je bijna ten onder aan deze romantische muziek.

De mannen van British Sea Power heb ik nu twee keer live gezien terwijl ik geen enkel album van ze heb en daarom dus ook nauwelijks nummers van ze ken. Maar de keren dat ik ze op het podium zag waren ze een trefzekere muur van geluid. Subtiel opgebouwde nummers vliegen hoe dan ook uit de bocht wat een ontzettend massief, onweerstaanbaar rockgeluid tot gevolg heeft. En dan de bandleden zelf: toen hij even niks te doen had leek het de (dronken?) gitarist wel een goed idee om de toren met speakers rechts op het podium te gaan beklimmen, die tijdens deze idiote actie toch wel erg vervaarlijk heen en weer begon te wiegen. Wat positief opviel was de zangbijdrage van bassist Hamilton. Zoals hij bijna geeuwend op het podium staat heeft hij de uitstraling van een ontzettende slacker, een luie clown die altijd te laat komt bij repetities en helemaal geen zin heeft in optredens. Maar je had hem moeten zien toen hij en zanger Yan stuivertje wisselden en Hamilton vocalen/gitaar voor zijn rekening nam. Hij veranderde pardoes in een gitaarmonster, geweldig om te zien.

Gruff Rhys, voorman van de Super Furry Animals, had ik wel willen zien, maar het Nighttown-theater zat tot de nok toe vol en er mochten geen mensen meer bij. Helaas helaas, maar het bood wel het voordeel dat ik vooraan kon gaan staan bij Jens Lekman voordat het daar echt druk zou beginnen te worden. Lekman's optreden was voor mij het hoogtepunt van de avond. Niet zomaar vrolijke muziek met strijkertjes en tamboerijntjes, maar vrolijke muziek met strijkertjes en tamboerijntjes die je recht in het hart raakt. Lekman zelf speelt ukelele of gitaar, maatje Ellen (dat is een jongensnaam in Zweden) speelt viool en om hen heen zitten mooie meisjes achter cello, drums, en toetsen. En dat allegaartje maakt vervolgens schitterende, zomerse, aanstekelijke muziek. Aan het eind van het optreden deed Lekman twee nummers solo waarvan één bovendien onversterkt (want hij heeft een hekel aan microfoons, zegt hij). Het applaus dat over hem heen golfde was oorverdovend.

Ik had gehoopt nog iets te kunnen meepikken van het Deense Efterklang, die in de kleine zaal van de Schouwburg stonden te spelen. Maar er wilden zoveel mensen naar het optreden van Nancy Sinatra dat er niemand meer in de Schouwburg werd binnengelaten, ook niet de mensen die naar de kleine zaal wilden. Terug naar het Nighttown-hoofdpodium voor Doves. Hoewel goed geolied en best stevig, deed de muziek me eerlijk gezegd niet veel. Het klonk best oké, daar niet van, maar het klonk meteen ook wel een beetje te 'opgepoetst', het had niet de rauwe randjes van bijvoorbeeld een British Sea Power. Maar ik stond ook wel heel ver van het podium, dan ga je sowieso wat meer analyseren in plaats van ervaren.

Bij The Infadels, door Giel Beelen aangekondigd als 'The Invaders', stond ik weer wél helemaal vooraan maar ook hier wilde er maar geen vonk overslaan. The Infadels speelden strakke synth-rock à la Bloc Party (de drummer had niet voor niets een shirt aan van die band). De drive was er, het dikke vette synthesizergeluid en de rondspringende bandleden ook, maar toch deed het me niet bijzonder veel. Het kwam een beetje te gemaakt op me over. Maar de overige mensen van de voorste rijen waren dat duidelijk niet met me eens.

Hij was al de opener, en hij werd ook de afsluiter: Six Organs Of Admittance met zijn bezwerende gitaarmantra's. Lang uitgesponnen folknummers, sommige volledig instrumentaal (het meer dan schitterende Procession of cherry blossom spirits, bijvoorbeeld), andere met de kenmerkende hoge stem die de zaal in zijn greep hield, zoals bijvoorbeeld in Words for two of Home. Een waardige afsluiter van Motel Mozaique 2005.