Quasi, The Thermals · Melkweg · 28 maart 2005 · €11

Wat wist ik nou helemaal van Quasi? Van naam kende ik ze al langer, maar albums heb ik nog altijd niet van ze gehoord, en dat terwijl ze met zo?n beetje elke band uit Portland en omstreken hebben samengewerkt. Ik zal mijn Yoyo-A-Gogo-album er straks weer eens bij pakken, het kan gewoon niet missen dat ze daar onder de één of andere naam tussen staan.

Geen betere introductie dan de band live zien, toch? Welja, een betere introductie kon ik me niet wensen. Er werd afgetrapt met een ontiegelijke bak rotherrie, maar dat bleek als snel een flauwe grap. Als een soort omgekeerde Mates Of State, met Sam Coomes op toetsen, Janet Weiss zeer overtuigend achter de kit, en beiden met een microfoon voor de neus, maakten ze puike indierock met heel veel distorted piano- en orgelgeluidjes. Janet was veruit het gaafst, lieve help wat kan dat kind drummen. En zingen tegelijkertijd. En zelfs gitáárspelen tegelijkertijd. Leadsounds en eerste vocalen kwamen van Sam achter zijn brakke orgeltje. Daaruit kwam soms piano, soms orgel, maar meestal piano of orgel met ranzig veel distortion zodat het eerder klonk als een dikke meeresonerende bas. De nummers waren spannend en dynamisch, en vooral bij samenzang ook nog eens bloedmooi. Dit was een wel heel prettige binnenkomer, en na afloop zag je verschillende mensen in het publiek om zich heen vragen hoe de band heette.

Hoewel ze fan zijn van Nederland, en vice versa, heb ik The Thermals nog maar één keer eerder gezien. Dat was op Metropolis 2003, en daar stond ik ver achteraan want ik kwam te laat in een stervensdrukke tent. Maar dat het goed was had ik ook vanaf die plek nog wel door. Als de Thermals destijds alle nummers van hun repertoire achter elkaar zouden spelen zonder al te veel te treuzelen tussendoor, zouden ze met een half uur klaar zijn. Zo geschiedde. Met de tweede plaat op zak een optreden van een uurtje dan? Jawel! Toen ze pré-encore het podium verlieten, waren we net drie kwartier en zo?n vijftien nummers verder. Maar de zaal joelde zo hard dat ze niet lang wegbleven om er in het laatste kwartier nog eens zes, zeven nummers doorheen te jassen.

Hoe dat klonk? Dat klonk f*ing geweldig! Als je ze live hoort, valt pas goed op hoe de nummers van de Thermals zijn opgebouwd rond Kathy's übercoole baslijntjes, en zij was dan eigelijk ook de ster van de avond al was het natuurlijk zanger Hutch die de meeste ogen naar zich toe trok. Het lijkt wel of hij zich tijdens het zingen ongelooflijk moet inhouden om niet volledig door het lint te gaan. Dat is een ander kenmerk wat de muziek van de Thermals zo onweerstaanbaar maakt: geen énkel rustpunt in de zang, waardoor een drive ontstaat om compleet waanzinnig van te worden. Hutch houdt pas op met zingen/schreeuwen als het nummer is afgelopen. Dan blaft hij even gauw THANK YOU, GUYS!!! in de microfoon, om vervolgens na een intro van een halve seconde weer door te gaan. Ziehier het recept van de ultracompacte Thermals-kraker: een onweerstaanbare baslijn, heftig knallende drums, en nonstop ADHD-zang. Dus misschien had het ook wel niet langer kunnen duren dan een uur, want dan hadden band en publiek zich waarschijnlijk uitgeput ter aarde geworpen.

Eerdergenoemd publiek was door het dolle heen. De eerste vijf, zes rijen waren een geschift springend en om zich heen klapwiekend pakket mensen geworden. Vooral op knallers als 'Forward', 'Brace & Break' en 'No Culture Icons' leken er wel letterlijk mensen door de lucht te vliegen. Maarreh.. alleen knallers? Ik moet diep graven om überhaupt nummers te bedenken die in dat uur niét voorbij zijn gekomen. En dan speelden ze nog een aantal (goede!) nieuwe nummers ook.

De Thermals-tornado is weer langsgeweest. Nu is Duitsland aan de beurt.