Lowlands vrijdag: Magic Numbers, Roisin Murphy, Kaiser Chiefs, Franz Ferdinand, Bonnie 'Prince' Billy & Matt Sweeney, Sabotage Sound Surfers, Roni Size · 19 augustus 2005 · Pleurisduur

Mijn allereerste optreden van mijn allereerste Lowlands: The Magic Numbers. Een zeer fijne binnenkomer, hoewel het publiek nou niet bepaald en masse was komen opdraven - ik kwam nogal laat aan, maar kon nog met gemak een goed plekje voor het podium opeisen zonder veel mensen kwaad te maken. De verhalen rond de Magic Numbers zijn bekend: vrolijke zomerse popmuziek gebracht door mensen met een uiterlijk dat je ze eerder in een metalband zou verwachten. Vooral zanger Romeo Stodart leek wel de tegenstrijdigheid zelve: een uiterlijk als een bully, die met een brede glimlach zijn prachtige liedjes over het publiek uitkieperde. Zijn oprechte waardering voor de enthousiaste toeschouwers was ook hartverwarmend, na bijna elk nummer applaudisseerde hij net zo hard naar het publiek als het publiek naar hem. Angela Gannon stond intussen het hele optreden lang met de handen diep in de zakken stoïcijns in de microfoon te zingen, tenzij ze een tamboerijn of ander instrument nodig had. Dan stond ze met één hand in de broekzak.

Ruby Blue, de eerste soloplaat van Roisin Murphy, kan me nog niet echt boeien. Ik hou wel van haar stem, maar de productie van Matthew Herbert vind ik nogal vergezocht en gekunsteld. Ik zie weer helemaal die Loladamusica-aflevering voor me waarbij hij op het podium druk in de weer is met waterkokers en meer van dat soort onzin. Maar Herbert terzijde geschoven is het live een heel stuk interessanter, wanneer de hele show om Roisin zelf draait. Venijnige vierkwart basdrums, goede begeleidende muzikanten met trompetters en trombones en een geweldige drummer die over de electronische beats heen klapt, maar vooral de fantastische uitstraling van Roisin die over het podium danst, klapwiekt met haar cape, en de coulissen in duikt om er vervolgens met een regenboogkleurig speelpakje en verentooi weer vandaan te komen.

Athlete had ik nog wel even willen zien, maar ik wilde toch ook wel weer even mijn vrienden opzoeken die naar de Kaiser Chiefs waren gaan kijken. Ik pikte de laatste twee, drie nummers nog mee: strak, hard, uitgelaten, maar te weinig materiaal om echt een goed oordeel te kunnen vellen over het optreden. De reacties die ik her en der las waren wisselend, dus ik weet niet wat ik nu precies heb gemist. Franz Ferdinand was overduidelijk de klapper van dag 1. We kwamen nogal laat aanwaaien, en je kon al wel vantevoren bedenken dat het onmogelijk was om nog enigszins in de buurt van het podium te komen. De gigantische videoschermen waren vanuit onze hoek daardoor veel prominenter in beeld dan de band zelf. Het publiek kwam duidelijk voor de knallers van het debuutalbum; nieuwe nummers werden gelaten ervaren met braaf applaus, maar Franz hoefde maar een Dark of the matinee of Take me out in te zetten of het hele publiek werd krankzinnig. Vooral bij dat laatste nummer ontplofte de hele tent, het was bijna bizar om te zien. Franz Ferdinand is in onwaarschijnlijk korte tijd uitgegroeid tot een Echt Grote Band, met gigantische banners met de hoofden van de bandleden op de achtergrond. Maar gezeur terzijde: het is ook wel gewoon een zeer fijne band, en dat wisten ze te bewijzen ook.

Will Oldham, de man heb ik hoog zitten. Op Motel Mozaique, twee jaar geleden, gaf hij in zijn zielige uppie voor een volgepakte Stadsschouwburg een zeer ontroerend optreden dat me nog lang zal heugen. Momenteel tourt hij rond met zijn compaan Matt Sweeney, en klinkt het allemaal een stuk steviger dan je van crooner Oldham gewend was. Maar nog altijd erg mooi. Het is wel een figuur zeg, die Will Oldham met zijn volle baard en afgeknipte spijkerbroek.

Tijd om te dansen, en wel op de Sabotage Sound Surfers. Ragga-jungle werd afgewisseld door nogal saai downtempo geneuzel, en ik hoorde zowaar nog Duvelduvel's geweldige knaller 'Wie is ut' langskomen. Roni Size daarna klonk strak, maar we waren moe en zijn na een paar nummers maar naar de camping teruggegaan.