The Music In My Head: Architecture In Helsinki, Black Rebel Motorcycle Club, Sons And Daughters, Elbow · vrijdag 11 november 2005 · Paard · €42,50/2

Braveau voor leuke indoor festivals op een steenworp! Alleen al op papier was The Music In My Head geslaagd voordat het nog maar begonnen was, want het programma bracht hele volksstammen op de been. Dag één was al enige tijd uitverkocht, met dag twee zou hetzelfde gebeuren hoewel het programma misschien iets minder interessant was. En ook braveau voor de organisatie, die niet alleen het festival dit jaar door het oog van de naald heeft moeten slepen, maar bovendien een groot aantal interessante bands bij elkaar had weten te rapen.

Opener Architecture In Helskini bijvoorbeeld. In Case We Die hoort bij de beste releases van dit jaar en tettert dan ook met vaste regelmaat uit de luidsprekers hier op de redactie. Verder wist ik eerlijk gezegd niet veel van deze band, dus het was wel een verrassing om niet minder dan acht bandleden het podium te zien opkomen, voorzien van een gigantische karrevracht aan instrumenten. En vanaf het begin had het optreden een aanstekelijke uitgelatenheid die meteen oversloeg op het publiek. Stond een bandlid het ene moment de bongo's nog klappen te verkopen, een paar seconden later was hij alweer het podium over geduikeld om verder te toeteren op een schruiftrombone. Piepkleine Tara verstopte zich afwisselend achter een schuiftrombone of een knoeperd van een tuba, en ook baardmans Jamie dook links en rechts op het podium achter verschillende instrumenten op. Naast dat het er behoorlijk kolderiek uitzag allemaal, klonk het nog geweldig ook. Niet helemaal loepzuiver en af en toe behoorlijk rommelig, maar dat geeft het juist extra charme. Het mierzoete 'For-forever, to-together' van Wishbone, de gitaarerupties van Cemetary, de hoekige baslijnen (mét dansjes!) van Do the whirlwind - al met al een geweldig leuk optreden.

En vervolgens: geen, ik herhaal geen Clap Your Hands Say Yeah. Dat had alles te maken met de drukte: er stond een lange rij van de trap naar de grote zaal tot aan de trap naar de kleine zaal, en er werden alleen mensen binnengelaten wanneer iemand de kleine zaal verliet. Erg zonde, want ik had best willen zien wat deze onwaarschijnlijke hype van dit moment ons had voorgeschoteld. Ook in het café was het te druk om iets van Stefan Oosthof te kunnen zien, dus gingen we maar vast een goede plek opzoeken voor het volgende optreden in de grote zaal.

Na een akoustische opener trok de Black Rebel Motorcycle Club hun gruizig ronkende muur op. Opvallend was hoe gigantisch veel versterkers, gitaren en pedalen ze het podium op hadden gesjouwd. En als je maar liefst twee Alpha Juno 1's hebt, jarenlang mijn eigen weapon of choice, dan ben je sowieso een held. Alles voor het perfecte grofkorrelige geluid, zullen we maar denken - en dat is ook precies wat we kregen. Laatste worp Howl mag dan iets gas terugnemen in vergelijking met hun voorgaande twee platen, tijdens dit optreden leek de BRMC toch vooral het 'oudere' geluid te willen laten horen en de vele fans waren daar wel tevreden over. Vooral nummers van hun debuutplaat werden met luid gejuich ontvangen. Een sterk, op momenten spijkerhard optreden van een geweldige live-band.

Hoewel ik onder de indruk was van de BRMC, heb ik toch tien minuten voor het einde van hun optreden de plaat gepoetst om nog iets te kunnen zien van Sons and Daughters. De derde keer in een jaar tijd (en dat is een record!), maar ze hadden zich door hun optredens op Metropolis en Lowlands zo ontzettend geliefd gemaakt dat ik niet had kunnen hebben als ik ze dit keer links zou laten liggen. Ik kwam na wat gedrang binnen bij Rama lama, bezwerend als altijd, en kon toch nog vrij gemakkelijk een goede plek vooraan opeisen. De formule was natuurlijk ongewijzigd: stampende, dwingende ritmes, hoekige gitaren, een hufterig uit zijn ogen kijkende Scott en een over het podium kronkelende Adele. Vertrouwd en wederom geweldig, hoe kort ik ze ook gezien heb.

Elbow mocht de eerste avond afsluiten in de grote zaal. Voor zanger Guy Garvey was alvast een kruk neergezet, want hij moest het optreden doen met een handicap. "You're probably wondering what's wrong with my foot. I rescued my family from a burning building! Well… that's not true. I fell over drunk." Hoewel niet helemaal mijn ding was het optreden van Elbow een waardige afsluiter. Garvey vervulde zijn rol met veel vertoon en leek het publiek met armgebaren persoonlijk toe te zingen. Het uitgelaten Newborn, opgedragen aan de twee bandleden die "successfully designed, crafted and produced babies", was absoluut het beste nummer van de set. Maar ook afsluiter Forget myself, waarbij Garvey zich verontschuldigde dat zijn dansje waarschijnlijk een beetje knullig zou worden, zal me nog wel even heugen.