Dwars Festival: Castanets, Phosphorescent, Casiotone For The Painfully Alone · zaterdag 8 april 2006 · Desmet · For kratis

Lang geen optredens bijgewoond. Sterker nog: de twee afsluitende optredens van het Dwars Festival in Desmet waren mijn eerste optredens dit jaar. De volledige redactie duikt dan ook even beschaamd de hoek in, maar niet te lang want er moeten onderhand weer eens wat reviews worden geschreven.

Van Castanets zag ik echt alleen de uitloper, en uit het geschraap over de snaren kon ik eerlijk gezegd niet opmaken of ik een goed optreden had gemist of niet. Grappig genoeg delen Castanets en Phosphorescent dezelfde drummer, maar aangezien die ziek was achtergebleven in de States was Matthew Houck, de zanger van Phosphorescent, voor de gelegenheid achter het drumstel gekropen. Dat kon hij bij zijn eigen band natuurlijk niet doen, dus zelf moesten ze het stellen zonder drummer.

De muziek van Phosphorescent houdt zich eigenlijk precies op het zwaartepunt tussen Lambchop, Oldham en Herman Düne. Bij het optreden in Desmet had Matthew Houck zichzelf in een hilarisch gloeilampen-pak gehesen, dat leek nogal een clash met de rustige en serieuze muziek maar het leidde uiteindelijk geen enkel moment af. Mij niet althans, want het enige nadeel deze stunt was dat het mensen in het publiek wat extra gespreksstof gaf als het optreden zelf ze niet echt interesseerde ("hahaha, hij lijkt wel Alice Cooper!" en van je blah blah blah) - maargoed. Matthew had een bont gezelschap meegenomen waarmee hij het geluid van prachtplaat Aw Come Aw Wry zeer mooi wist te benaderen - al had de ontbrekende drummer het misschien hier en daar nóg mooier weten te maken. South Of America, Joe Tex These Goddamn Taming Blues Are Killing Me maar vooral het prachtige I'm A Full Grown Man werden schitterend uitgevoerd. Dat laatste nummer zorgde zowaar nog voor wat hilariteit: aangezien ze geen drummer hadden, was het klarinet-meisje maar achter het drumstel gekropen. Ze deed het een beetje onbeholpen en komisch, alsof ze de persoon hadden gekozen die het beste op tafel kon trommelen, maar het was natuurlijk ook wel gewoon moedig. Om haar bij te staan moest het publiek natuurlijk wel meehelpen met de percussie. En dan ondanks al deze kolder toch het mooiste nummer van de hele avond spelen, doe het ze maar eens na. Even later mocht ook de gitarist van Castanets een nummertje meedrummen - en uit de "godspeed!" die Matthew hem toewenste kon je wel opmaken dat het echt zijn allereerste keer was. En ja, hij zat er behoorlijk vaak flink naast, maar puur om zijn moed om er überhaupt aan te beginnen kun je hem dat alleen maar vergeven.

Ik had misschien aan de hand van hun muziek een kalm, enigszins navelstaarderig optreden verwacht, en was eigenlijk erg blij verrast dat aan de band zelf ook nog veel plezier te beleven viel. Die constante geintjes, Matthew wankelend op een piepklein versterkertje met een blik van "ohmygod, hoe kom ik hier weer vanaf zonder mijn nek te breken?", ze hadden er duidelijk plezier in. Aan het eind vroegen ze dan ook hoeveel nummers ze nog mochten spelen. Drie stuks werden het er, twee mooie nummers van een oudere release die ik helaas niet ken, en het prachtige South Of America werd de afsluiter.

Casiotone For The Painfully Alone zagen we de hele avond al door de zaal heen banjeren. Het is namelijk het éénmansproject van ene Owen Ashworth, een zwaarlijvige boom van een vent met een woeste baard en een piepklein vriendinnetje aan zijn zijde, erg grappig om te zien. Een beetje een contrast wel met zijn vereenzaamde, krakende en piepende casiolette-muziek waar ik nu al vier albums lang een groot bewonderaar van ben. De podiumopstelling zal één van de idiootste zijn geweest die ik ooit heb gezien: een brakke tafel met voor misschien 100 dollar aan plastic casiootjes erop, en dan die boom van een Owen Ashworth daarachter. Er zit schijnbaar zo weinig electronica in die spotgoedkope apparaatjes dat hij ze met gemak even aan de kant kon smijten als hij er eentje niet nodig had. Of ze gewoon even bovenop elkaar kon stapelen.

In feite zijn de nummers van Casiotone best subtiel en rustig, ware het niet dat casio-keyboardjes schetteren als jewelste en Ashworth daar bovendien ook nog een flinke laag aan distortion en reverb overheen gooit. Maar juist dat maakt zijn muziek zo sympathiek. Live klonk het soms iets té simplistisch, Scattered Pearls was toch mooier met een meisjesstem zoals op zijn laatste album, maar toch zijn het kleinigheden in een verder mooi, curieus en bij vlagen zelfs warm en aandoenlijk optreden. De steeds verder naar beneden zakkende microfoon bijvoorbeeld, door Owen zelf niet te verstellen waardoor hij zelf ook steeds verder door zijn knieën moest zakken om verder te kunnen zingen - het paste op de één of andere manier prachtig bij de schelle met distortion overladen liefdesliedjes. En het publiek kreeg zelfs nog een onverwacht kadootje: de dag tevoren zag Owen een pornofilm op zijn hotelkamer, met muziek van Paul Simon op de achtergrond. Daar kon Paul Simon toch nooit toestemming voor hebben gegeven? Maar toen schoot het hem plotseling te binnen dat hij zelf ook nog een cover van Paul Simon in zijn repertoire had, wat hij vanavond voor ons zou gaan spelen.

De uitsmijter zat helemaal aan het eind, net zoals op het album trouwens: Love Connection, met de meest aanstekelijke zoemende bouncy baslijn die je ooit hebt gehoord. Een fijne afsluiter van een leuk optreden, en van de hele avond. Twee bands die ik al best lang live wilde zien, en van wie ik eerlijk gezegd niet had verwacht ze ooit in Nederland te zullen zien.