Motel Mozaique · CocoRosie, The Veils, Isobel Campbell, Coldcut, Four Tet/Steve Reid, The Cardigans · Nighttown & Stadsschouwburg Rotterdam · 17 april 2006 · €47

CocoRosie in de Stadsschouwburg op Motel Mozaique 2006.. dát ga ik niet licht vergeten. Wat mij betreft het beste optreden wat ik tot dusver dit jaar heb gezien. De sfeer in de zaal was al prachtig nog voordat het optreden begon: gedimd blauw licht en een vloer bezaaid met kussens en zittende en hangende mensen – en ook het podium lag vol met kussens, waar de dames van CocoRosie of hun beatboxende rastaman (inclusief tutu) met regelmaat op neerploften. Mooie visuals op de achtergrond van de CocoRosie-meisjes die met maskers op door de straten lopen of in de metro zitten. Hoe zo'n grote zaal met mensen tot op de achterste rijen zowaar nog een intieme uitstraling kan krijgen.

Het begon rustig met nummers als K-Hole en het helaas Antony-loze Beautiful Boyz, zusjes op piano, harp, kukeledoossie speelgoed, plastic trompetten, snoeziger komen ze nauwelijks. Maar na even werd het ook eens tijd om wat kolder te schoppen. Op het aanstekelijk komische Everybody wants to go to Japan werd er zowaar gedanst, en niet alleen door het publiek want één van de zusjes vond dat wel een mooi moment voor een turn-act op het podium. Om even later in alle ernst juist weer het allermooiste nummer van de avond, een nieuwe song met vocoder-zang, in te zetten. Om wéér even later af te sluiten met een hilarisch rap-nummer, en deze dames komen daar met speels gemak mee weg. Prachtig prachtig prachtig.

Heel kort The Veils gezien, mooie emotionele gitaarmuziek die toch wel een beetje hetzelfde klinkt als zoveel andere mooie emotionele gitaarmuziek. Maar zelfs al vond je er geen donder aan, dan had je nog wel een grote reden om te blijven kijken. Want zanger Finn Andres kon dan wel met een knap hoedje en interessante moves proberen de aandacht af te leiden, iedereen in de zaal stond natuurlijk kwijlend te gapen naar bassiste Sophia Burn in kort zwart jurkje. Maar ook dat wist me niet bij het optreden te houden want ik ging maar eens koers zetten naar een andere mooie dame: Isobel Campbell.

Nog altijd haar schuchterheid niet overwonnen, maar ze was zowaar te porren voor wat praatjes met het publiek. Met fluisterzachte stem natuurlijk, dat dan weer wel. Haar laatste album met Mark Lanegan raakte me niet echt en veel betovering voelde ik bij haar elfengezang-duetten ook deze avond niet. Het was zeker lieftallig, af en toe greep ze daar nog een cello, wat bongo's of een tamboerijntje bij, maar een vonk sloeg niet over. Daar moet ik wel bij zeggen dat ze het luidruchtige publiek niet helemaal mee had, hoe vaak ze ook vroeg of ze iets stiller wilden zijn. Ze loste dat later zelf op door voornamelijk country jangle nummers te spelen op de tweede helft van het optreden, maar dat vond ik muzikaal gezien juist weer minder interessant. Iemand achter me dacht daar anders over, viel pardoes in katzwijm en moest door de bewakers de zaal worden uitgetild. Zou hij oogcontact hebben weten te maken met Isobel? We zullen het nooit weten.

Een hele harde 'houdoe' voor Coldcut. Ik was wel benieuwd, maar het klonk voor geen ene meter. Het kwelende latino-zangeresje was al irritant, later werden er wat belegen breakbeats onder gegooid en toen ben ik 'm maar gepeerd naar Four Tet. Daar kon ik eerlijk gezeg ook niet veel mee, al waren Steve Reid en Kieran Hebden wel grappig om te zien – net vader en zoon hoe ze met een brede grijns naar elkaar stonden te gebaren. Hebden achter wat kleine samplertjes, Reid breeduit lachend achter de drums.

The Cardigans! Hun muziek luister ik nauwelijks meer, maar oude helden moeten gezien worden en zeker als ze een zangeres hebben met de uitstraling van Nina Persson. Kleine tengere Nina, bijna een kop kleiner dan elk ander bandlid, stal de show met haar slappe geleuter tegen het publiek, vuisten in de lucht, obscene gebaren wanneer er meer of minder reverb op haar stem moest (ze legde nog even aan het publiek uit dat dat niet was wat ze dachten dat het was), en wanneer de drummer of gitarist eens even een mooie capriool heeft uitgehaald kon hij er blind op rekenen dat Nina met de duim in de lucht stond alsof ze wilde zeggen: "hatsikidee gast, goed gedaan weer!" Ze vond het publiek duidelijk net zo interessant als het publiek haar, want ze stond regelmatig vooraan op het podium als een indiaan het publiek in te turen. Of te roepen dat ze allemaal "so cute!" waren.

De muziek, voor zover daar nog iets interessants over te melden is: vooral heel veel Super Extra Gravity natuurlijk, want hoe hard mensen in het publiek misschien ook hebben staan wenen om oude knallers te horen, die hadden moeten weten dat de Cardigans daar niet langer voor te porren zijn. Maar Super Extra Gravity vind ik eigenlijk best een fijne plaat. Het geluid was niet al te best: heel veel bas en heel weinig Nina. Maar Nina's uitstraling compenseerde het bijna geheel ontbreken van haar stem best wel goed eigenlijk.

Sickoakes was de afsluiter van Motel Mozaique dit jaar. Ik kon niet veel meer zien dan drie bebrilde trompetspelers, de rest van de band zat op zulke lage stoeltjes dat ze verzopen achter de hoofden van het publiek. Mooie muziek, maar niet aan het publiek besteed. De nummers hadden een lange op- en afbouw nodig, waarbij het publiek van ongenoegden dan maar weer "SPEULE!!" ging roepen. Gelukkig werd dat ook af en toe effectief de nek omgedraaid met een donderende bas of spijkerharde drumklappen. Bij het laatste nummer, niets anders te horen dan een basdrum die steeds sneller ging waarna het overvloeide in een gigantische bak noise, waren veel mensen al vertrokken.

Al met al weer een fijne Motel Mozaique dit jaar. Ook dit keer weer erg druk, maar dat zal het wel blijven als het (a) in de Nighttown wordt gehouden en (b) de Nighttown niet grondig wordt verbouwd.