Styrofoam, Death Cab For Cutie · Paradiso · 25 juni 2006 · €15

De vorige keer dat Death Cab For Cutie in Amsterdam optrad, was het uitverkocht nog voordat ik goed en wel doorhad dat ze hier kwamen spelen. Daar had ik wel even de pest over in, want ze zijn na een handvol prachtige popalbums toch wel een grote favoriet van me geworden de laatste jaren. Ik had niet echt verwacht dat ze zo snel weer terug zouden komen, en ondanks dat het dwars door het schema van het Nederlands Elftal heen walste heb ik toch maar ruim van tevoren een kaartje gekocht dit keer. En inderdaad speelden ze nu uitgerekend op de avond dat het Nederlands Elftal afdroop, dat zul je altijd meemaken. Maar in tegenstelling tot de oranjefans werd mijn avond juist vrij legendarisch goed met tot dusver het beste optreden dit jaar. Zo, dan is dat er alvast uit.

Het Antwerpse Styrofoam was een prima opener, hoewel ik het maar kort kon zien want eerst heb ik nog een tijd in de regen moeten wachten voor de kassa. Feitelijk is het een eenmansproject van ene Arne van Petegem, maar vanavond had hij zich een drummer, bassist en electronica-manipulator meegebracht. De tikkende en ratelende electronics van de albums waren wat terzijde schoven voor een gruizig rockgeluid, dat maakte het misschien iets minder 'onderscheidend' maar niet minder goed. Ik vond het zelfs wel interessant om te horen hoe kalme nummers als Couches In Alleys, The Long Wait of A Heart Without A Mind ook als doorzoemende rockbeesten op een compleet andere manier goed werken. Een gastrol was er voor Deathcab-zanger Ben Gibbard die de vocalen van Couches In Alleys voor zijn rekening kwam nemen. Arne kondigde hem gepast aan: "Let's hear some applause for… Robbie Williams!!". Afgesloten werd naar ik dacht te horen met een cover van de Mountain Goats, maar het origineel ken ik niet. Het is dan ook vrij onmogelijk om al die duizenden nummers van zijn repertoire te kennen denk ik.

Death Cab For Cutie was zoals gezegd oppermachtig deze avond. Dat lag niet eens aan de band alleen, maar aan de hele sfeer die al vanaf opener Different Names For The Same Thing onafgebroken goed bleef. Het is best lang geleden dat ik een optreden heb meegemaakt waar de sfeer zó goed en eensgezind was, en waar de band even zoveel plezier beleeft aan het publiek als andersom. Elk nummer eindigde met zo een oorverdovend applaus dat de band pardoes niks zinnigs meer wist uit te kramen. Gitarist Chris Walla had de eerste tonen van Title And Registration nog nauwelijks gespeeld of iedereen begon al wild te joelen en te klappen. Ook oudere nummers van The Photo Album en We Have The Facts werden met een even groot enthousiasme begroet. Erg mooi om mee te maken.

Toevallig zag ik een paar maanden terug de tour-DVD Drive Well, Sleep Carefully van deze band, waar duidelijk opviel dat de band het tegen het eind van een tour behoorlijk gehad had met optredens. Met matte, gortdroge concerten tot gevolg. Had ik ook maar even de angst gehad dat het in Paradiso ook op zo'n optreden zou uitdraaien, het werd al snel duidelijk dat het juist het tegenovergestelde zou worden. Ben en zijn mannen hadden het overduidelijk prima naar hun zin in Amsterdam en wisten dat in bijna elk nummer, hoe neerslachtig ze tekstueel ook mochten zijn, op het publiek af te stralen. Veel zin om te praten hadden ze niet, de bedankjes kwamen toch al nauwelijks boven het loeiharde applaus uit, dus extra veel ruimte voor muziek. En, hieperdepiep hoezee, mijn één na favoriete Deathcab-album Transatlanticism werd bepaald niet overslagen ten gunste van hun laatste plaat. Met als gevolg: knallers als Expo '86, The New Year, het voortrennende The Sound Of Settling en Title And Registration met Ben Gibbard himself op elektrische drums. Absoluut toppunt van de avond werd de (pre-encore) afsluiter Transatlanticism. Op het album vind ik het nogal een zeurderige en te lang durende song, maar godsallemachtig wat is het een perfect live-nummer. Het zwelt minutenlang aan naar een bijna krankzinnige climax, drummer Jason McGerr die op kwartmaten zijn snaredrum op zijn mieter geeft en Ben Gibbard die zijn longen uit zijn lijf zingt: "So come ooooooon, come oooooon!!" - alsof het binnen een seconde tien graden kouder werd leek de hele zaal met kippenvel te staan, en dat minutenlang. Zowaar een concertmoment dat me nog lang zal heugen. Wat mij betreft hadden ze het daar wel bij mogen laten, maar je kunt een uitzinnig joelend en stampend publiek natuurlijk niet teleurstellen. Marching Bands Of Manhattan werd uiteindelijk de afsluiter van een erg, érg bijzondere avond in Paradiso. Death Cab For Cutie heeft de lat hoog gelegd voor de concerten die ik de rest van dit jaar nog ga bijwonen.